Arrest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 4 augustus 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6135
Inleiding
Op 6 augustus 2020 verscheen er een uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden d.d. 4 augustus 2020 op rechtspraak.nl. De meeste gerechtelijke uitspraken zijn voor niet-juristen moeilijk te lezen. Deze uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden is opvallend goed leesbaar. Juridische begrippen als ‘verkrijgende’ ‘bevrijdende’ verjaring en ‘de verkeersopvatting’ worden in deze uitspraak in ‘Jip en Janneke’ taal uitgelegd.
Het gaat om een geschil tussen twee buren, de ene buur (hierna de bezitter) stelt dat het eigendom van de grond door verjaring is overgegaan. De andere buur (de eigenaar) verweert zich en stelt dat er sprake is van houderschap en niet van bezit en eist voorts schadevergoeding voor het geval er wel sprake zou zijn van verjaring.
Oordeel houderschap
De bezitter heeft in zijn eerste reactie richting de eigenaar aangegeven dat de strook grond eerst door zijn ouders met toestemming van de eigenaar gebruikt werd en dat ook hij als rechtsopvolger nog eens met de eigenaar gesproken heeft over het gebruik van de grond. De eigenaar stelt dat hierdoor houderschap is ontstaan en geen bezit. Het gerechtshof oordeelt dat uit de eerste reactie van een leek op juridisch gebied, geen afstand van recht volgt, waardoor hij geen beroep meer zou kunnen doen op verjaring. Daarnaast heeft ook de eigenaar zelf betwist dat er in het verleden toestemming is verleend. Hij heeft de huidige bezitter er 15 jaar geleden zelfs op aangesproken dat de grens anders lag.
Oordeel bezit
Het gerechtshof legt in duidelijke taal uit hoe beoordeeld wordt of er sprake is van bezit:
“In elk geval is het aanleggen en onderhouden van een tuintje niet genoeg, er komt meer bij kijken. Het gaat er verder niet om wat zich enkel in het hoofd van de betrokkenen heeft afgespeeld (dat is subjectief) maar om de feitelijke situatie en om wat er allemaal is gedaan en gebeurd. Dat wordt dan met de blik van buiten (dus objectief) uitgelegd: voor een buitenstaander moet uit het gedrag van de ander duidelijk zijn dat hij denkt de eigenaar te zijn.”
Oordeel Schadevergoeding
Over de vordering tot schadevergoeding is het gerechtshof ook duidelijk, deze vordering is namelijk verjaard. De eigenaar heeft zelf gesteld dat hij 15 jaar geleden al eens aan de bezitter te kennen heeft gegeven dat de kadastrale grens anders lag. Hij heeft toen echter geen verdere actie ondernomen, terwijl hij met de schade en de aansprakelijke persoon bekend was. Volgens het gerechtshof is exacte kennis van de omvang van de in bezit genomen strook hiervoor niet vereist.
Conclusie
Concluderend kunnen we stellen dat de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden ook voor een leek op juridisch gebied goed leesbaar is. De inhoud van de uitspraak sluit aan bij de huidige jurisprudentie op het gebied van verjaring. Het bevestigt ook nog eens dat indien een leek in een eerste reactie op een aanschrijving over het gebruik van grond aangeeft dat dit met toestemming van de eigenaar geschiedt, dit niet altijd in de weg hoeft te staan bij de toewijzing van een beroep op verjaring. Van belang is daarbij onder welke omstandigheden dit is gezegd en hoe de eigenaar op deze stelling reageert.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact met ons op door te mailen naar